top of page
schepenzegel Broekhuizenvorst.jpeg
Schepenzegel Broekhuizenvorst
Historie Broekhuizenvorst

Uit de romeinse tijd is weinig bekend en de kans is groot dat hier ergens een Romeinse hoeve heeft gestaan. In 1920 zijn bij het uitdiepen van de Marsbeek enige bronzen Romeinse voorwerpen gevonden, namelijk drie fibula's, een armband en veertien munten van keizers uit de 1ste en de 2de eeuw. Maar die kunnen door reizigers verloren of geofferd zijn en geven geen indicatie over bewoning.

Vrij vroeg in de geschiedenis werd in Broekhuizenvorst een zaalkerkje gebouwd (kennelijk vermeld in 1214) en bestond de omgeving met name uit agrarisch gebied. De heren van Broekhuizen kerkten hier en bouwden later een kapel in Broekhuizen, die in 1484 los kwam van de moederkerk in Broekhuizenvorst.

Op 14 augustus 1460 verklaart Geret van Brueckhuysen met toestemming van zijn echtgenote Kathrina aan het Kartuizerklooster te Roermond te hebben verkocht zijn korentiende te Vorst bij Broekhuizen zoals deze hem als kindsdeel is toegevallen. Dat hield in dat Broekhuizenvorst wel allang een eigen rechtseenheid vormde, ook al had het een schepenbank met Swolgen samen.

De dorpen Broekhuizenvorst en Swolgen vormden immers al op 23 oktober 1424 samen één schepenbank, een combinatie die mogelijk tot circa 1729 bestond, waarna een aparte schepenbank Broekhuizenvorst werd opgericht met vier schepenen. Op 15 september 1771 werd die samengevoegd met Ooijen, omdat men dezelfde Heer had die dat besloot. Ofschoon Broekhuizenvorst dus pas in de achttiende eeuw een eigen schepenbank kende, bezat het dorp reeds op 30 augustus 1651 een eigen zegel dat aan akten van het kerkdorp, voornamelijk akten van schuldbekentenis, werd gehecht. Na de instelling van een eigen sche­penbank bleef dit zegel als schepenbankszegel benut. Het werd op 24 april 1741 als schependomszegel aangeduid. Het zegel vertoont de Heiland, die in de linkerhand een wereldbol houdt. In de open ruimte staan de letters B en V voor de plaatsnaam Broekhuizenvorst. Omschrift: SANCTUS SALVATUS. Diameter 3,3 cm.

Broekhuizenvorst is altijd iets groter geweest dan Broekhuizen. Zo telde Vorst (zonder Ooijen) in 1805 57 gezinnen met 356 inwoners (Broekhuizen 44 gezinnen met de Stokt). In 1840 heeft Broekhuizenvorst 83 huizen met 436 inwoners. Tegenwoordig heeft het dorp ca. 450 huizen met ca. 1.150 inwoners. Ofschoon de naam oorspronkelijk Vorst was, is het woord Broekhuizen er later aan toegevoegd, omdat er dichtbij ook een ander plaatsje Vorst was aan de rivier de Maas namelijk (Grubben)vorst. Die toevoeging is al gebeurd voor 1461, toen het al onder die naam in de rekeningen van de Hertog van Gelre voorkwam. Maar tot op de dag van vandaag wordt het nog steeds in het lokale spraakgebruik afgekort tot Vo(a)rs.

Bezitters van de heerlijkheid Broekhuizenvorst waren: François Guillaume de Fleming 1673-1699, Justinus François de Fleming 1699-1726 (1727), Hendrick Ignatius Schenck de Nydeggen ook heer van Ooijen 1727-1747, Maximiliaan Theodoor Arnold Schenck de Nydeggen 1747-1763, Anna Maria Francisca Coninx, weduwe van Maximiliaan Schenck de Nydeggen 1763-1764, Georg Ludewich Edmund, vrijheer van Blanckart, heer van Issum, Mormter en Wustenfeld, gehuwd met Anna Maria Francisca Coninx 1764-1790, Cunera Francisca Catharina Lambotte, getrouwd met Johan Arnold Antoon Haffmans, nicht van Anna Coninx 1790-opheffing 1796.
Daarnaast is een mooie bron van onderzoek naar alle huizen en landerijen in Broekhuizenvorst (Kadaster begint pas in 1842) de Meetboeken uit 1722 en 1726 en het Boenderboek uit 1756.

Zoals vaker bij dorpen nabij rivieren, zijn er maar weinig families hier blijvend gevestigd. Veruit de meesten trokken na 1 tot 2 generaties weer verder voor werk. Bij de "Families" staan dan ook alleen de stambomen van families die hier langer dan 100 jaar woonachtig zijn of zijn geweest.

Zoals gebruikelijk in de omgeving waren er ook hier veel cafe's als (bij)verdienste. Cafés rond 1900 in Broekhuizenvorst en Ooijen: 
P. van Bracht Ooijen (tegenover het kapelletje); T. Thijssen Horreweg; P. Lichteveldt Ooijenseweg; C. Schatorje Ooijenseweg; J. v Leendert Ooijenseweg; Piet Wam Ooijenseweg; J. Jenniskens Kerkstraat H. Theeuwen  Kerkstraat'; J. Bouten Kerkstraat; A. van Aerts  Kerkstraat; J. Freulich Kerkstraat; L. Huibers Kerkhof; Driek Hermkens Broekhuizerweg; Tinus Christiaans Broekhuizerweg; Naad Kersten Broekhuizerweg; Sjang van Dijck Broekhuizerweg; P. Muijsers Maasstraat; P.M. Jeucken Swolgenseweg; Sjang Clevis Swolgenseweg; Kueb Hueben Swolgenseweg en K. Litjens op de Swolgenseweg.

Scholen in Broekhuizenvorst
Oorspronkelijk had Broekhuizen vanaf in ieder geval 1836 ook een eigen school met een klaslokaal, maar die is in 1856 verplaatst naar Broekhuizenvorst. De eerste school met een klaslokaal in Broekhuizenvorst stond aan de Kerkstraat dwars op de kerkmuur en was tot 1856 in gebruik. De school telde rond 1840 gemiddeld 70 leerlingen. Daarna kwam er een nieuwe school met twee klaslokalen aan de overkant van het plein. Toen deze school te klein was geworden, is men in de nieuwgebouwde school in 1922 ingetrokken. Het oude schoolgebouw heeft daarna deels dienstgedaan als gemeentehuis en is later in 1959 gesloopt voor de bouw van definitieve gemeentehuis. De nieuwe school werd in 1944 door de Duitsers in brand gestoken. Na herbouw kwam de school gereed in 1950 en heeft dienst gedaan tot 1985. Toen kwam de huidige school gereed met de naam "De Schakel".

Aan het eind van de Tweede wereldoorlog liep het dorp grote schade op. De kerk werd zwaar beschadigd doordat de Duitsers die opbliezen. Ofschoon bevrijd, werd Broekhuizenvorst daarna frontgebied met de Maas als scheidslijn, waarbij de bevolking naar voornamelijk België geëvacueerd werd. Ook vele huizen werden daardoor beschadigd of vernietigd.
bottom of page