top of page

Korte geschiedenis


De vroegste tijd
Uit archeologische vondsten blijkt dat de Maasoevers al sinds duizenden jaren voor Christus bewoond zijn. Er zijn bewijzen van agrarische bebouwing uit de Bronstijd (ca 1500 - 700 voor  Christus) en de daarop volgende  IJzertijd (tot de Romeinse tijd). In 1913 werd in Ooijen een urnenveld van enige hectaren groot ontdekt. De urnen bevonden zich in de lage grafheuveltjes. De vondsten bevinden zich in het Rijksmuseum voor Oudheden te Leiden.

Romeinse tijd
Er waren in die tijd niet veel wegen, maar wel was er de Romeinse weg van Maastricht naar Nijmegen via Blerick, Lottum en de brug bij Cuijck naar het noorden. Deze weg bestond uit een dik pak grind en is op sommige plekken teruggevonden. Of deze weg in de buurt kwam bij Broekhuizen en Vorst is onbekend. Het gebied was wel bewoond. Wellicht lagen hier ook 1 of 2 villa's (stenen herenboerderijen) en was er toen al een ondiepe Maasovergang. De meest waarschijnlijke locatie is dan op de heuvelrug in of bij het dorp Broekhuizen. Er zijn echter nog geen aanwijzingen gevonden van funderingen of andere resten van stenen Romeinse gebouwen.

Middeleeuwen
Na de Romeinse tijd (circa het jaar 400) en de daarop volgende grote volksverhuizingen tussen de jaren 400 - 600, kwam er weer langzaam weer rust en eenheid onder de Germaanse Franken, die de nieuwe heersers werden. Rond 500 begon het christendom ook hier door te dringen. De eenheidsstaat van de Franken werd in het jaar 800 voltooid door de kroning van Karel de Grote tot keizer. Doordat onder de opvolgers van Karel het centrale gezag afbrokkelde, zagen veel lagere bestuurders, de leenmannen, kans hun macht te vergroten. Zo ontstond rond 1100 het graafschap Kessel. In 1279 ging die Graaf van Kessel failliet en verkocht zijn bezit aan de Graaf van Gelre. Broekhuizenvorst en Oijen behoorde al vroeg tot dit graafschap en later rond 1400 kwam ook Broekhuizen hieronder te vallen.

Hertogdom Gelre
Broekhuizen, Broekhuizenvorst en Ooijen bleven tot aan de Franse tijd onder het Hertogdom Gelre. Wel komt het hertogdom in 1543 als laatste gewest in de Nederlanden door toedoen van Karel V (die de nieuwe Hertog van Gelre werd) onder Spaans gezag en blijft dat grotendeels in de 80-jarige oorlog (1568 - 1648). Er zijn toen enige veldtochten door dit gebied gevoerd met als gevolg plundertochten onder de bevolking.
Bij de Vrede van Munster in 1648 bleven de Maasdorpen, als onderdeel van Spaans Gelderland, onder Spaans bewind tot in 1713.

Pruisische tijd
De Maasdorpen bleven tot in 1713 bij Gelre behoren, dat toen dus nog onder het Spaanse bewind viel. Toen het Spaanse koningshuis uitstierf in 1701, werd Noord-Limburg immers verdeeld in 1713 bij het Verdrag van Utrecht onder Holland, Pruisen en Oostenrijk. De Pruisen hadden dit gebied al eerder in 1704 ingenomen en het platteland van Noord-Limburg werd toen definitief bij Pruisen ingelijfd. Pruisisch Gelre mocht Nederlands taalgebied blijven en ook het land- en stadsrecht bleef Gelre’s.

Franse tijd
Een korte Franse bezetting omstreeks 1770 veroorzaakte veel armoede onder de bevolking, want hun bezettingsleger vroeg om veel belastinggelden. Na de Revolutie zijn de Fransen in 1793 weer terug en legden toen ook weer een hoge belastingaanslag aan de dorpen op.

Daar hoort een mooi verhaal bij. De Hollanders hielden nog stand aan de overkant. Op 1 maart van dat jaar trok de Hollandse overste Pyll vanuit Venlo naar het noorden om te proberen bij Arcen de Maas over te steken. De Franse bevelhebber liet de circa 50 soldaten steeds langs de Maasoever marcheren. De Hollanders die dit zagen, dachten dat er een heel regiment op hen lag te wachten en zagen af van de overtocht. Op zondag 2 maart 1793 schoten zij een paar loden kogels af op Broekhuizen. Eén van die kogels is nog ingemetseld aan de buitenkant van de kerk te zien.
De Fransen schaffen de heerlijke rechten af in 1796, zij het met een zekere schadeloosstelling. De schout en de schepenen blijven nog in functie tot 1798, waarna een nieuwe staatsindeling met nieuwe functies ingevoerd werd. Het valt dan in het Franse Departement van de Roer; Broekhuizen hoort bij het kanton Horst. In 1798 worden Broekhuizen, Broekhuizenvorst én Ooijen nog zelfstandige gemeenten. In het jaar 1800 worden ze samengevoegd tot één gemeente.

Nederland en België
In 1815, na de nederlaag van Napoleon, hoort de gemeente Broekhuizen bij het Hertogdom Limburg, en dat behoort dan tot het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. Het Hertogdom Limburg, dus ook de gemeente Broekhuizen, koos de kant van België toen die de onafhankelijkheid uitriep en behoorde van 1830 tot 1839 bij België. Daarna behoort het tot de Duits Bond waarbij de Koning van Nederland als Hertog van Limburg in de Duitse Bond zit. Limburg (met uitzondering van Maastricht, dat wel bij Nederland hoorde) werd dus wel helemaal door hem bestuurd, maar was formeel geen onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1866 treedt deze daaruit en men voegt dan Nederlands Limburg formeel en definitief bij het Koninkrijk der Nederlanden als nieuwe provincie. De hoogste ambtenaar in dit gebied, de Gouverneur wordt dan Commissaris van de Koning. In het spraakgebruik wordt deze echter nog vaak als Gouverneur genoemd, dat stamt dus uit deze tijd.


Wilt U meer weten over de dorpen Broekhuizen en Broekhuizenvorst, dan zijn er de volgende publicaties:
 

"Waar de brede stroom der Maas" door H.J.H. Schurgers uit 1972
"Noord Limburgse Maasdorpen" uitgeverij van Spijk Venlo uit 1980
"Broekhuizen Toen" van Joeps van Hees uit 1984 (bevat wel foutjes)

"De gemeente Broekhuizen in oude ansichten" door Piet Weijs uit 1986
"De bevrijding van de gemeente Broekhuizen" door Piet Weijs uit 1994
"Mazzel" Herinneringen aan de watersnood in de gemeente Broekhuizen uit 1995
"Gemeente Broekhuizen in de loop van jaren 1840-1940" door Hay Reintjes uit 2000
"Kastelen in het Land van Kessel" (kastelen Broekhuizen en Ooijen) door Marinus Flokstra 2005
"Om niet te vergeten" door A. Timmermans en Stichting Historische Kring 2006

bottom of page